请输入您要查询的单词:

 

单词 tijd
释义

tijd

Dutch

Etymology

From Middle Dutch tijt, from Old Dutch tīt, from Proto-Germanic *tīdiz.

In the 19th and 20th centuries, Dutch tijd was exclusively masculine, but prior to that it was alternatively feminine. This variation is reflected in fossiled expressions like tand des tijds (masculine) versus tegelijkertijd (feminine). Cognates with English tide.

Pronunciation

  • IPA(key): /tɛi̯t/
  • (file)
  • Hyphenation: tijd
  • Rhymes: -ɛi̯t

Noun

tijd m or f (plural tijden, diminutive tijdje n)

  1. time
  2. (grammar) tense

Derived terms

  • bedtijd
  • bij tijd en wijle
  • bloeitijd
  • bronstijd
  • bronsttijd
  • deeltijds
  • destijds
  • eertijds
  • etenstijd
  • gelijktijdig
  • ijzertijd
  • kindertijd
  • mettertijd
  • ruimte-tijd
  • slapenstijd
  • tand des tijds
  • tegelijkertijd
  • tegenwoordige tijd
  • tijdbom
  • tijdelijk
  • tijdens
  • tijdgenoot
  • tijdnood
  • tijdschaal
  • tijdsduur
  • tijdslimiet
  • tijdstip
  • uit de tijd komen
  • vechtenstijd
  • verleden tijd
  • voltijds
  • wachttijd
  • zendtijd

Descendants

  • Afrikaans: tyd
  • Berbice Creole Dutch: titi
  • Javindo: tet
  • Jersey Dutch: tāid, tāidt
  • Negerhollands: tied, tid, tit
  • Skepi Creole Dutch: teit
随便看

 

国际大辞典收录了7408809条英语、德语、日语等多语种在线翻译词条,基本涵盖了全部常用单词及词组的翻译及用法,是外语学习的有利工具。

 

Copyright © 2004-2023 idict.net All Rights Reserved
京ICP备2021023879号 更新时间:2024/11/5 19:38:41