buitenwereld
Dutch
Etymology
Compound of buiten (“outside”) + wereld (“world”).
Pronunciation
- IPA(key): /ˈbœy̯.tə(n)ˈʋeː.rəlt/
Audio (file) - Hyphenation: bui‧ten‧we‧reld
Noun
buitenwereld f (plural buitenwerelden, diminutive buitenwereldje n)
- outside world
- Hij was geobsedeerd met het beschermen van zijn kinderen tegen de boze buitenwereld. ― He was obsessed about protecting his children from the harsh outside world.