aanvoerlijn
Dutch
Etymology
Compound of aanvoer or aanvoeren + lijn.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈaːn.vuːrˌlɛi̯n/
Audio (file) - Hyphenation: aan‧voer‧lijn
Noun
aanvoerlijn f (plural aanvoerlijnen, diminutive aanvoerlijntje n)
- supply line