请输入您要查询的单词:

 

单词 brander
释义

brander

See also: Brander and bränder

English

Etymology 1

brand + -er

Noun

brander (plural branders)

  1. A person who brands.
  2. An implement used to brand something; a branding iron.

Verb

brander (third-person singular simple present branders, present participle brandering, simple past and past participle brandered)

  1. (transitive, obsolete) To cook (meat, etc.) on a gridiron.

Anagrams

  • Bernard, bernard, rebrand

Afrikaans

Etymology

Probably related to branding. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.

Pronunciation

  • (file)

Noun

brander (plural branders)

  1. breaker (wave near the shore or a shallow area)

Derived terms

  • branderplank

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈbrɑn.dər/
  • (file)
  • Hyphenation: bran‧der
  • Rhymes: -ɑndər

Etymology 1

From branden + -er.

Noun

brander m (plural branders, diminutive brandertje n)

  1. A receptacle in which a fuel or candle is placed to be burnt.
  2. blowtorch
  3. (nautical) fireship [from 17th c.]
    • P.C. Hooft, Nederlandsche Historien, Book XXII, in W. Hellinga en P. Tuynman (eds.), Pieter Corneliszoon Hooft, Alle de gedrukte werken, 1611-1738, vol. 5, page 968.
      Treslong, hebbende, korts te voore, met den Heere van Warmondt, Ammiraal van Hollandt, en de Scheepshopluiden der vloote by den Doel, zeekeren aanslagh, tot bevryding der Schelde, beraamt, verzocht drie oft vier lichte scheepen van oorlogh, om te dienen tot geleiders aan die van Antwerpen; twintigh schouwen elk met acht roeyers, om volk te landen; drie galeyen, elke van vyftigh voeten kiels, om op de stroom en elders gebruikt te worden; eenighe branders, om 't maaken van 's vyands brug te verhinderen, vier boots die tot Vlissinge laaghen; voorts etlyke bylen, voorhaamers, spaaden, en andre behoeften.
      (please add an English translation of this quote)
    Synonyms: brandschip, vuurschip

Etymology 2

Related to branding. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.

Noun

brander m (plural branders, diminutive brandertje n)

  1. (obsolete) A breaker (wave). [19th c.]
    • 1883, De Zee, vol. 5, page 77.
      Gedurende een hevigen storm bij het eiland Porto Santo, die o. a. een ten anker liggend schip van zijn ankers had geslagen en in de hevige branders te gronde had doen gaan, kwam eene boot in het midden der baar aanzeilen, koersende naar den wal.
      (please add an English translation of this quote)

Old Swedish

Etymology

From Old Norse brandr, from Proto-Germanic *brandaz.

Noun

brander m

  1. fire, conflagration
  2. sword

Declension

Derived terms

  • mordhbrander (arson)

Descendants

  • Swedish: brand
随便看

 

国际大辞典收录了7408809条英语、德语、日语等多语种在线翻译词条,基本涵盖了全部常用单词及词组的翻译及用法,是外语学习的有利工具。

 

Copyright © 2004-2023 idict.net All Rights Reserved
京ICP备2021023879号 更新时间:2024/8/9 22:13:51