bioscoop
Dutch
Alternative forms
- bios (shortening; theater sense only)
Etymology
Borrowed from French bioscope and/or German Bioscop (now spelt Bioskop), a term used in the names of two early film projectors, developed by the Frenchman Georges Demenÿ and the German Max Skladanowsky, respectively. Compare English bioscope. Ultimately from Ancient Greek βίος (bíos, “bio-, life”) + σκοπέω (skopéō, “I look at”), thus roughly “watching life”. Equivalent to bio- + -scoop.
Pronunciation
- IPA(key): /ˌbi.ɔˈskoːp/, /ˌbi.ɔsˈkoːp/
bioscoop (file) - Hyphenation: bio‧scoop
Noun
bioscoop m (plural bioscopen, diminutive bioscoopje n)
- A cinema; movie theater
- 2011, Remco Campert, Mijn eenmanszaak, De Bezige Bij.
- Een vereiste is dat er publiek is in de bioscoop, maar liefst geen volle zaal. Te veel publiek leidt af.
- 2011, Remco Campert, Mijn eenmanszaak, De Bezige Bij.
- (usually diminutive) A visit at the cinema; a film seen there
- 1999, Carry Slee, Kappen!, FMB uitgevers.
- 'Wat nou?' zegt Tom. 'Dat is heus niet alles, hoor. Ik wil het echt goed maken. Ik trakteer Sander op een bioscoopje.'
- 2013, Willem Brakman, Een winterreis, Querido, 5th edition (e-book) (1st edition 1961).
- Wanneer Akijn zijn vader ging bezoeken, zorgde hij er meestal voorna het bezoek iets prettigs in het vooruitzicht te hebben: het bezoek aan een vriend, een wandeling of een bioscoopje.
- 1999, Carry Slee, Kappen!, FMB uitgevers.
- (obsolete) A bioscope; motion-picture projector
- 1912, De Ingenieur, volume 27, N.V. A. Oosthoek, 289.
- De heer Münch heeft films doen vervaardigen, waarop teekeningen zijn gereproduceerd om met de bioscoop verschillende onderwerpen, vooral op het gebied van de wiskunde, te verduidelijken.
- 1949, Maurits Dekker, Het merkteken, Moussault, 130.
- Hij had al veel gehoord over die bewegende toverlantaarn, die bioscoop werd genoemd en er zelfs een stuk in de krant over gelezen, maar gezien had hij het nog niet.
- 1912, De Ingenieur, volume 27, N.V. A. Oosthoek, 289.
Synonyms
- (cinema): bios, cinema, filmzaal
Derived terms
- autobioscoop
- bioscoopbedrijf
- bioscoopbezoek
- bioscoopbezoeker
- bioscoopexploitant
- bioscoopganger
- bioscoopfilm
- bioscoopjournaal
- bioscoopkaartje
- bioscooppubliek
- bioscoopticket
- bioscoopzaal
- thuisbioscoop
Related terms
- biologie
- biosfeer
- microscoop
- telescoop
Descendants
- Afrikaans: bioskoop
- → West Frisian: bioskoop
- Indonesian: bioskop