bedachtzaam
Dutch
Etymology
From bedacht + -zaam.
Pronunciation
- IPA(key): /bəˈdɑxt.saːm/
Audio (file) - Hyphenation: be‧dacht‧zaam
Adjective
bedachtzaam (comparative bedachtzamer, superlative bedachtzaamst)
- thoughtful, pensive
- Hij veegde de tranen uit zijn ogen met de rug van zijn hand en keek haar bedachtzaam aan.
- He emptied out the tears in his eyes with the back of his hand and looked pensively at her.
- Hij veegde de tranen uit zijn ogen met de rug van zijn hand en keek haar bedachtzaam aan.
- thoughtful, careful
Inflection
Inflection of bedachtzaam | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | bedachtzaam | |||
inflected | bedachtzame | |||
comparative | bedachtzamer | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | bedachtzaam | bedachtzamer | het bedachtzaamst het bedachtzaamste | |
indefinite | m./f. sing. | bedachtzame | bedachtzamere | bedachtzaamste |
n. sing. | bedachtzaam | bedachtzamer | bedachtzaamste | |
plural | bedachtzame | bedachtzamere | bedachtzaamste | |
definite | bedachtzame | bedachtzamere | bedachtzaamste | |
partitive | bedachtzaams | bedachtzamers | — |
Derived terms
- bedachtzaamheid
- onbedachtzaam
Related terms
- denken
Descendants
- Afrikaans: bedagsaam