vetgans
Dutch
Etymology
From vet (“fat”) + gans (“goose”), calque of German Fettgans.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈvɛt.xɑns/
Audio (file) - Hyphenation: vet‧gans
Noun
vetgans f (plural vetganzen, diminutive vetgansje n)
- (now uncommon) penguin
- 1786, Henderik Sander (i.e. Heinrich Sander), Van het groote en schoone in de natuur, vol. 1, tr. from High German by J. v. M., Az., publ. by G. T. van Passenburg en Zoon, page 114.
- Deeze ijsvelden ſtaan als rotzen in de baaren vaſt: en in deeze grimmige koude leeven nog ſtormvogels, Albatrosſen en Vet-Ganzen. (hyphenation due to end of line)
- These ice fields stand fast like rocks in the waves, and in this forbidding cold still live petrels, albatrosses and penguins.
- Synonym: pinguïn
- 1786, Henderik Sander (i.e. Heinrich Sander), Van het groote en schoone in de natuur, vol. 1, tr. from High German by J. v. M., Az., publ. by G. T. van Passenburg en Zoon, page 114.