uit de weg ruimen
Dutch
Etymology
Literally, “to clear from the way”.
Pronunciation
- IPA(key): /ˌœy̯(t) də ˈʋɛx ˈrœy̯.mə(n)/
Verb
uit de weg ruimen
- (transitive) to remove or eliminate, to clear, to take out
- De oppositie werd genadeloos uit de weg geruimd.
- The opposition was taken out mercilessly.
Inflection
Conjugation of uit de weg ruimen: see ruimen.