tentoonstelling
Dutch
Etymology
From tentoonstellen + -ing.
Pronunciation
- IPA(key): /tənˈtoːnˌstɛlɪŋ/
Audio (file)
Noun
tentoonstelling f (plural tentoonstellingen, diminutive tentoonstellinkje n)
- exposition (e.g. in a museum), exhibition
- De tentoonstelling trok veel bezoekers. - The exposition drew many visitors.
Synonyms
- expositie
Derived terms
- wereldtentoonstelling
- hottentottententententoonstelling
Related terms
- tentoonstellen