smartlap
Dutch
Etymology
Borrowed from German Schmachtlappen, but by folk etymology reanalysed as smart + lap. The widespread supposition that the word originally referred to canvases depicting sad scenes that were used by itinerant street singers or street musicians is incorrect.[1][2]
Pronunciation
- IPA(key): /ˈsmɑrt.lɑp/
- Hyphenation: smart‧lap
Noun
smartlap m (plural smartlappen, diminutive smartlapje n)
- A simple sentimental popular song about a sad story, usually involving love, death or illness, of a genre originating around 1900. [from early 1950s]
- 1952 April 25, "Veertig jaar maker van liedjes", Het Parool, vol. 12, no. 2238, page 2.
- Later werd de jubilaris componist bij het gezelschap van Herman Bouber en schreef, zoals hij het zelf noemt, verscheidene smartlappen”[sic] voor Boubers „schetsen uit het rosse leven”.
- (please add an English translation of this quote)
- 1952 April 25, "Veertig jaar maker van liedjes", Het Parool, vol. 12, no. 2238, page 2.
Descendants
- → Afrikaans: smartlap
References
- van der Sijs, Nicoline, editor (2010) Etymologiebank, Meertens Institute
- Carel Jansen & Marijke Meijer Drees, "“Kleine Jantje kreeg een vlieger”. Oor die ontwikkeling van die Nederlandse en die Afrikaanse smartlap." Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans, 2006, 13 (2), pages 112-128.