schuttingtaal

schuttingtaal

Dutch

Etymology

From schutting (“fence”) +‎ taal (“language”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈsxʏ.tɪŋˌtaːl/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: schut‧ting‧taal

Noun

schuttingtaal f (plural schuttingtalen, diminutive schuttingtaaltje n)

1. foul language, such as obscenities and abusive terms, four letter words such as scribbled on walls or fences.
   • 2014, Ken Rijock, De witwasser, tr. by Willem van Paassen & Tijmen Roozenboom, Meulenhoff Boekerij.

     Hij sprak vloeiend Spaans, als een autochtone Cubaan, en kende zelfs de bizarste schuttingtaal.

     He spoke Spanishly fluently, being a native Cuban, and even knew the most bizarre gutter language.

   Waarom sommige mensen schuttingtaal zo aantrekkelijk vinden is mij een raadsel

   Why some people find obscene language so attractive beats me.