schaapsvlies
Dutch
Etymology
Compound of schaap + -s- + vlies.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈsxaːps.flis/
- Hyphenation: schaaps‧vlies
Noun
schaapsvlies n (plural schaapsvliezen)
- (countable, obsolete) amnion (interior foetal membrane)
- 1836, W. Vrolik, "Ontleed- en natuurkundige aanteekeningen over den groten Kanguroo (macropus major, Shaw).", in Tijdschrift voor natuurlijke geschiedenis en physiologie, Vol. 3, page 349.
- De vrucht zelve is in een schaapsvlies ingehuld.
- The embryo itself is enveloped in an amnion.
- Synonym: amnion
- 1836, W. Vrolik, "Ontleed- en natuurkundige aanteekeningen over den groten Kanguroo (macropus major, Shaw).", in Tijdschrift voor natuurlijke geschiedenis en physiologie, Vol. 3, page 349.
Related terms
- schapenvlies (“sheep's fleece”)