rijkaard
Dutch
Alternative forms
- rijkaart, rijkerd, rijkert
Etymology
rijk (“rich”) + -aard (“-er”). Parallel to French richard.
Pronunciation
Audio (file)
Noun
rijkaard m (plural rijkaarden or rijkaards, diminutive rijkaardje n)
- A rich, wealthy man
Usage notes
Generally used with a negative connotation, such as sin or envy
Synonyms
- rijke m
Antonyms
- armoedzaaier m
Related terms
- rijkbedeeld
- vadsigaard m
Anagrams
- aardrijk