ontwapening
Dutch
Etymology
From ontwapenen (“to disarm”) + -ing.
Pronunciation
- IPA(key): /ˌɔntˈʋaː.pə.nɪŋ/
- Hyphenation: ont‧wa‧pe‧ning
Noun
ontwapening f (plural ontwapeningen)
- (uncountable, countable) disarmament
Derived terms
- ontwapeningscommissie
- ontwapeningsconferentie
- ontwapeningskwestie
- ontwapeningsplan
- ontwapeningspolitiek
- ontwapeningsverdrag
- ontwapeningsvoorstel
- ontwapeningswet
Related terms
- ontwapenaar