leerstuk
Dutch
Etymology
Compound of leer + stuk.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈleːr.stʏk/, [ˈlɪːr.stʏk]
Audio (file) - Hyphenation: leer‧stuk
Noun
leerstuk n (plural leerstukken, diminutive leerstukje n)
- doctrine, dogma