Laag-Nieuwkoop
Dutch
Etymology
First attested as nieucoop in the 14th century. Compound of Middle Dutch nieuwe (“new”) and cope (“land purchase, concession”). The element laag (“low”) was added later.
Compare Benschop, Boskoop, Galecop, Gerverscop, Gieltjesdorp, Hei- en Boeicop, Hekendorp, Hoenkoop, Middelkoop, Nieuwkoop, Nijeberkoop, Oldeberkoop, Oukoop, Overboeicop, Overheicop, Papekop, Reijerscop, Teckop, Vriezekoop, Willeskop, Elskop, Francop, Grevenkop, Heringskoop, Ladekop, Lüderskoop, Neuenkoop, Nincop and Roßkopp.
Pronunciation
- Hyphenation: Laag-‧Nieuw‧koop
Proper noun
Laag-Nieuwkoop n
- A hamlet in Stichtse Vecht, Utrecht, Netherlands.
- Synonym: Laag Nieuwkoop (historical)
References
- van Berkel, Gerard; Samplonius, Kees (2018), “laag-nieuwkoop”, in Nederlandse plaatsnamen verklaard (in Dutch), Mijnbestseller.nl, →ISBN