haarspeldbocht

haarspeldbocht

Dutch

Etymology

From haarspeld +‎ bocht, calque of English hairpin turn; in the oldest use referring to a turn by an aeroplane.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈɦaːr.spɛltˌbɔxt/
• Hyphenation: haar‧speld‧bocht

Noun

haarspeldbocht f (plural haarspeldbochten)

1. A hairpin bend, a hairpin turn. [from early 20th c.]
   • 1909 September 3, J. Hurst Hayes, "Een aeroplaan voor twee. Een liefdesgeschiedenis der toekomst", tr. from English (original title "An Aeroplane for Two. A Love Romance of the Future"), Middelburgsche Courant, Vol. 152, No. 207, page 1.

     Ik kon me niet bedwingen mijn geestdrift tegenover mijn gezellin uit te spreken, juist nadat ik een bijzonder scherpe haarspeldbocht had gemaakt.

     I couldn't help speaking my enthusiasm to my companion after I had just made a particularly sharp hairpin turn. (original English)

Descendants

• → West Frisian: hierspjeldebocht (calque)