ajaran
See also: ajarán
Indonesian
Etymology
From Malay ajaran, from Classical Malay اجرن (ajaran). Equivalent to ajar + -an.
Noun
ajaran (first-person possessive ajaranku, second-person possessive ajaranmu, third-person possessive ajarannya)
- teaching
Further reading
- “ajaran” in Kamus Besar Bahasa Indonesia, Jakarta: Language Development and Fostering Agency — Ministry of Education, Culture, Research, and Technology of the Republic Indonesia, 2016.
- Morel, Casparus Johannus (1875), “ajaran”, in Nieuw Laagmaleisch-Nederlandsch woordenbooekje: bevattende de meest in gebruik zijnde woorden en spraakwendingen, ten dienste van hen, die zich op de beoefening van het Laagmaleisch, en der Maleisch-sprekenden, die zich op het Nederlandsch willen toeleggen, H. M. van Dorp
Spanish
Verb
ajaran
- third-person plural imperfect subjunctive of ajar