fabeltjesfuik
Dutch
Etymology
Compound of fabeltje (“fable, untrue story”) + -s- + fuik (“fyke, fishtrap”), evoking de Fabeltjeskrant. Coined by Arjen Lubach.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈfaː.bəl.tjəsˌfœy̯k/
Audio (file) - Hyphenation: fa‧bel‧tjes‧fuik
Noun
fabeltjesfuik f (plural fabeltjesfuiken)
- A mechanism on social media where engagement with fringe content leads algorithms to increasingly put false or misleading and more extreme content in someone's feed, creating an information bubble full of crackpot content.
- 2020 October 18, Arjen Lubach, "De online fabeltjesfuik", Zondag met Lubach.
- Maar in die fabeltjesfuik heeft iedereen het idee dat ie helemaal zelf kiest welk filmpje die gaat kijken.
- (please add an English translation of this quote)
- 2020 October 20, "Woord van de dag: Lubach pakt ‘fabeltjesfuik’ aan", De Standaard.
- Zo komt iemand volgens Lubach snel in een ‘fabeltjesfuik’ terecht: je raakt zo gevangen in de verhalen dat je er niet meer uit raakt.
- (please add an English translation of this quote)
- 2020 October 29, Pieter Beens, "Van bejubeld naar verguisd: algoritmes in het verdachtenbankje", Reformatorisch Dagblad.
- De ”relevante informatie” zal eerder hun gelijk bevestigen dan tegenspreken, waardoor er een informatiebubbel of fabeltjesfuik ontstaat.
- (please add an English translation of this quote)
- 2020 December 27, Ewoud Sanders, "Zoomen, kuchscherm, Irmaatje – dit zijn de leukste nieuwe woorden van 2020", NRC.
- Wie z’n mening voornamelijk baseert op websites waarvan de content wordt bepaald door eerder zoekgedrag, zwemt al snel in een fabeltjesfuik, een woord dat herinneringen oproept aan het televisieprogramma ‘De Fabeltjeskrant’.
- (please add an English translation of this quote)
- 2020 October 18, Arjen Lubach, "De online fabeltjesfuik", Zondag met Lubach.