exponentiaalvergelijking
Dutch
Etymology
From exponentiaal (“exponential”) (noun) + vergelijking (“equation”).
Pronunciation
- IPA(key): /ɛkspoːnɛnˈʃaːlvərɣəˌlɛi̯kɪŋ/
- Hyphenation: ex‧po‧nen‧ti‧aal‧ver‧ge‧lij‧king
Noun
exponentiaalvergelijking f (plural exponentiaalvergelijkingen, diminutive exponentiaalvergelijkingkje n)
- (calculus) exponential equation
- 1878, J. Versluys, Leerboek der Rekenkunde [Textbook of the Arithmetics], volume 2, 4th edition, page 148:
- Een vergelijking, waarin de onbekende in een exponent voorkomt, noemt men een exponentiaalvergelijking.
- An equation in which the unknown appears in an exponent is called an exponential equation.
References
- A. W. Stijhoff (1891), “Exponent”, in Woordenboek voor Kennis en Kunst, volume 4, page 26
- M. Faassen (1906), “Exponentiaalvergelijkingen”, in Algemeen Technisch Woordenboek, Cohen Zonen, page 150